Shnogh-Udabno (Georgië)

5 oktober 2018 - Udabno, Georgië

Geografisch gezien ligt Georgië grotendeels in Azië. Je hebt er eeuwige sneeuw, strand, steppe en woestijn. En heel veel bos, een derde deel van het land bestaat uit bos. In de valleien is veel akkerbouw en in het oosten wijnbouw. In de Sovjet-periode heeft de natuur veel te lijden gehad van afvalstoffen die ongefilterd geloosd werden. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie stortte het land economisch in maar de Rozenrevolutie was een keerpunt. Sinds die tijd gaat het, met vallen en opstaan, wel beter. 

Bij de Armeense grens duurt het even voor we het land uit zijn; Georgië in gaat lekker snel. Aan de Armeense kant hadden we de autoverzekering al geregeld dus we moeten in Sadakhlo alleen nog een simkaart kopen. Voor een tientje zijn we weer in contact met de wereld. In dit stadje ook weer de gebruikelijke troosteloze flats en heel veel mannen, oud en jong, op straat en in de theehuizen. Zo midden in de ochtend lijkt ons dat geen goed teken.

Het valt meteen op dat Georgië heel anders is. In Armenië reden we het laatste stuk steeds door een kloof met behoorlijke bergwanden; in Georgië rijden we een brede vallei in. In plaats van appelbomen zien we hier veel sinaasappelbomen. Langs de weg dus ook vooral sinaasappels en limoenen. 

We gaan eerst naar het oosten om het David Gareja-complex te bezoeken. Dit kloostercomplex ligt in een heuvelachtig gebied aan de grens met Azerbeidzjan. We proberen een paar keer om van de hoofdweg af te gaan maar die wegen zijn zo miserabel dat we omkeren. Dus dan maar de lange route door de buitenwijken van Tbilisi. De weg is buiten de stad best mooi en als we bij Sagaredjo afslaan lijkt het wel of we bij de Noordkaap zijn. Uitgestrekt, heuvelachtig terrein, af en toe een kudde schapen of koeien, verder alleen steppe, blauwe lucht en zon. Het laatste stuk naar het klooster is niet best maar we zetten door. Aangekomen stormt het en is het berekoud. Wij lopen naar het Lavra-klooster en ontdekken dat dit grotendeels is afgesloten in verband met werkzaamheden. Ook de weg naar het klooster erboven is dicht. Jammer, voor ons geen fresco’s. Het plan was om bij het klooster te overnachten maar met zoveel wind is het boven niet echt gezellig. Dus rijden we terug naar Udabno, het eerste en enige dorp op de route.

Bij een restaurantje met camping zetten we de auto voor de deur want we kunnen niet door de poort. We bestellen koud bier en eten. Wat we eten laten we aan de keuken over. De barman spreekt goed Engels en vertelt over zijn familie die oorspronkelijk uit Svaneti, helemaal in het noorden komt. En adviseert ons dringend om daar heen te gaan. We zullen eerst maar eens uitzoeken of we dat willen en of we er kunnen komen. Na verloop van tijd komt er een dame met een panduri (drie-snarig instrument) en begint te spelen. Samen met haar twee zussen zingt ze daarbij Georgische liedjes. Het blijkt dat twee van de drie zussen in een soort koor zitten dat zelfs twee keer bij “Georgia got talent” te zien was. Een onverwacht, mooi optreden in de kroeg.

Na dit optreden nog even de dorpswodka en de dorpswijn geproefd. Als een simpel eigen brouwsel al redelijk goed is dan is er vast wel wat te vinden voor ons. Het eten was intussen ook klaar. De keuken had besloten dat we kubdari eten. Een soort rond plat brood gevuld met vlees en uien. Simpel maar superlekker.

Kilometerstand: 107731

Foto’s